Het is kwart over twee en de telefoon gaat. Aan de lijn is het Ziekenhuis Dokkum, afdeling chirurgie. Ik kan daar maandag om één uur terecht voor verder onderzoek. De spanning stijgt meteen weer, maar ik ben gelukkig op dat moment bij Ton, mijn psychotherapeut. De timing had niet beter kunnen zijn, want ik had direct iemand nodig om deze nieuwigheid mee te delen en mijn gevoelens te verwerken.
Ziekenhuis Dokkum. De naam alleen al brengt een golf van emoties en herinneringen met zich mee. Op 6 januari 2020 begon daar onze eerste confrontatie met de diagnose non-Hodgkin, een verschrikkelijke periode die zich over acht maanden uitstrekte. De behandelingen liepen tot 12 augustus 2020 en lieten mijn lichaam in een staat van totale uitputting achter. Alles van toen komt nu weer naar boven: de angst, de onzekerheid, de fysieke en emotionele uitputting.
Samen met Ton probeer ik de zaken naar het heden te brengen. Hij herinnert me eraan dat er nog niets zeker is en dat we niet moeten vooruitlopen op conclusies. Toch kan ik het gevoel niet van me afzetten dat ik al weet wat er aan de hand is. De symptomen zijn te bekend, de angst te diepgeworteld. Het voelt alsof 2020 zich opnieuw aan het ontvouwen is voor mijn ogen. Ik probeer mezelf mentaal voor te bereiden op het ergste, om de klap minder hard te laten aankomen als mijn vermoedens juist blijken te zijn.
Ton en ik bespreken de mogelijkheden en hoe we deze moeilijke dagen kunnen doorstaan. Hij helpt me om de angst en onzekerheid in perspectief te plaatsen, maar mijn gedachten dwalen telkens terug naar de donkere tijd van vier jaar geleden. De echo gaf geen uitsluitsel, de huisarts kan geen duidelijke diagnose stellen, en nu wacht ik opnieuw op onderzoek in een ziekenhuis dat al eerder het toneel was van mijn grootste angsten.
Ik probeer me voor te bereiden op het bezoek aan de chirurg op maandag. De dagen tot dan toe zullen gevuld zijn met angstige gedachten en een gevoel van déjà vu dat me niet loslaat. Maar Ton helpt me om stap voor stap door deze periode te navigeren. Hij benadrukt het belang van in het nu blijven, maar ik kan het niet helpen om terug te kijken naar wat er is gebeurd en vooruit te blikken naar wat mogelijk komen gaat.
Het lijkt erop dat ik weer door eenzelfde soort nachtmerrie ga als in 2020. Maar ik probeer vast te houden aan het idee dat, wat de uitkomst ook is, ik sterker ben geworden door mijn eerdere ervaringen. Deze kracht heb ik nodig om de komende dagen door te komen en om te kunnen omgaan met wat de toekomst ook in petto heeft