5 juli 2024

Een Dag Vol Pijn, Onzekerheid en Troost

Vandaag begon ik met een kloppende pijn in mijn rechterbeen. Ik vroeg me af of ik verkeerd had gelegen of dat de wond misschien weer open was gegaan. Ik kon zelf niets zien, dus besloot de wondpleister te laten zitten en te wachten op de wijkverpleging.

In een poging om de realiteit van mijn huidige situatie onder ogen te zien, dacht ik terug aan 2020. Via wat heen-en-weer appen met Agnes herinnerde concluderen  dat ik in juni niet meer naar boven kon komen. Het leek aanvankelijk mee te vallen, maar toen begon ik terug te rekenen. Ik was eerst opgenomen in het ziekenhuis en had pas in de laatste week van januari mijn eerste chemobehandeling gehad. Drie maanden later, na vier behandelingen, bleek uit de PET-scan dat de chemo niets had gedaan.

Dus waarschijnlijk begon ik begin april met een zwaardere chemo en was ik in juni uitgeschakeld, na twee of drie behandelingen. Ik werd somber van het idee dat Dr. van Rijn zei dat de kans groot is dat mijn nieuwe behandeling met een nog zwaardere chemo is dan de vorige. De onzekerheid over hoe hard de chemo zal inslaan en hoe ik dat ga doorstaan, maakt me angstig. Chico bood troost op bed, maar ik wist het even niet meer.

Toen de wijkverpleging kwam, werd de dag nog zwaarder. Ze ontdekten een bultje door een ontsteking bij de wond, wat de pijn verklaarde. Er moest iets aan gedaan worden, dus belden ze de huisarts.

Binnen een kwartiertje was de huisarts er ook, en die onderzocht de wond en de ontsteking. Ze zei dat de ontsteking open gemaakt moest worden, een kleine ingreep die ze zelf kon doen. Eerst smeerde ze mijn rechterarm in met verdovende zalf zodat ik de prik niet zou voelen. Daarna kreeg ik morfine toegediend.

Toen mijn been verdoofd was, was een minuscule aanraking met de scalpel genoeg om de ontsteking open te krijgen. Ik voelde er helemaal niets van. De huisarts gaf me nog wat pijnmedicatie voor vandaag en morgen en vertrok weer. De wijkverpleging waarschuwde dat het “krokkie” gevoel nog wel even aan zou houden en dat de verdoving van mijn been nog ongeveer zes uur zou aanhouden. Zodra ik merkte dat de verdoving begon uit te werken, moest ik meteen een pijnstiller nemen. Ik wilde maar één ding: slapen.

Ik was net een kwartiertje wakker, met nog wat naweeën van de morfine en een gevoelloos been, toen Agnes belde. We bespraken de dag en hoewel ze schrok, merkte ik dat het mij niet zoveel deed. Een ontsteking is gemakkelijk te verhelpen, maar de dagelijkse onzekerheid is dat niet.

Vanmiddag heb ik ook met Ton gebeld over de machteloosheid. Ik wil zo graag weten waar ik aan toe ben en hoe mijn behandeling eruit gaat zien, en wat dit met mij en mijn lichaam gaat doen. Je kunt van alles bedenken, maar uiteindelijk weet je niets en kun je dus eigenlijk ook niets regelen. Ton gaat hier nog contact over opnemen met Doron en kijken wat er nodig is of nodig kan zijn. Nog een weekend zien door te komen en dan hopen dat er maandag meer duidelijkheid komt, want deze onzekerheid wordt met de dag zwaarder.

Geef een reactie